Brandveiligheid
Brandveiligheid begint uiteraard met het voorkomen van brand. Dus zorgen dat alle plaatsen waar vuur/hitte wordt gebruikt veilig zijn: geen brandbare materialen in de nabijheid, gas- en elektrische aansluitingen moeten 100% voor in orde zijn. En, belangrijk, bij verbrandingstoestellen voldoende ventilatie (zuurstof toevoer) waarborgen.
Als het tóch gaat branden: middelen beschikbaar hebben om snel te blussen. De beginfase van een brand is de enige waar een ‘amateur brandweerman/vrouw’ zich aan mag wagen! Dus brandslang, brandblussers en branddekens op plaatsen waar mogelijk gevaar kan voorkomen en deze regelmatig (laten) controleren.
Als het al te erg brand, maar vooral ook op momenten dat het niet wordt verwacht (b.v. in de slaap), zo snel mogelijk alarmeren en vluchten. Denk hierbij goed na over de mogelijke vluchtweg en de eventuele obstakels hierin. (Hoe komt iemand weg vanaf de zolderverdieping als het één verdieping lager brandt…?)
Maatregelen:
- controleren van mogelijk brandgevaarlijke plekken
- aanbrengen van blusmiddelen
- alarmsysteem aanbrengen met rook- en hittemelders, liefst gekoppeld, zodat iedereen wordt gewaarschuwd
- detectie van gevaarlijke gassen in huis: aardgas en CO (koolmonoxide): verstikking en explosie gevaar
Elektrische systemen kunnen middels domotica aan elkaar worden gekoppeld, zodat (als voorbeeld) bij een brandalarm automatisch de vluchtweg wordt verlicht en de deuren van het slot gaan. Bij een inbraakalarm kan naast een sirene en zwaailicht ook het licht in huis aangaan om de inbreker ‘te kijk’ te zetten.